Oplossingen van de opgaven van hoofdstuk 18


  1. DNS is een gedistibueerd informatiesysteem waarmee onder meer IP-adressen gevonden kunnen worden voor een gegeven URL.
  2. Het standaard DNS systeem sluit spoofing niet uit. Hierdoor kan een DNS-request een misleidend antwoord krijgen. DNSSEC gaat dit verschijnsel tegen.
  3. Een e-mail bericht wordt opgestel in een e-mail programma. Dit bericht wordt doorgegeven aan een message-transfer agent. Deze MTA zal het bericht versturen naar een MTA die de bestemming weet te bereiken. Op de bestemming wordt de mail in de mailbox van de ontvanger geplaatst. Via een mail applicatie kan de ontvanger de mail uit de mailbox ophalen en bekijken.
  4. Onder webservices verstaat men diensten die op basis van webtechnologie worden aangeboden.
  5. Dynamische webpagina's, zijn webpagina's die worden aangemaakt als de gebruiker ze opvraagt. Voor het opbouwen van zo'n webpagina worden gegevens bij elkaar gebracht en als webpagina aangeboden. Deze gegevens kunnen uit een database komen, maar kunnen ook afkomstig zijn van gegevens die de gebruiker zelf verstrekt.
  6. AJAX is een technologie, waarbij met behulp van Javascript delen van webpagina's dynamisch kunnen worden aangepast.
  7. .NET is gebaseerd op de webstandaarden HTTP, XML, UDDI en SOAP.
  8. Java en .NET kunnen beide als basis dienen voor webservices en in beide gevallen kunnen ook zelfstandige applicaties gebouwd worden. Een verschil is dat Java meer platform onafhankelijk is dan .NET. Wel biedt .NET een wat laagdrempeligere interface voor programmeurs.
  9. Drie vormen van cloud computing zijn: