Oplossingen van de opgaven van hoofdstuk 13

1. Systeemvirtualisatie is mogelijk als alle gevoelige instructies alleen in kernel mode werken.

2. Voor precesvirtualisatie bestaan twee typen:
   • Multitasking systeem, waarbij elk proces over virtueel geheugen beschikt.
   • Een HLL virtuele machine. Hierbij wordt een proces uitgevoerd door een ander proces dat fungeert als een virtuele machine. Voorbeel hiervan is een Java programma op een Java Virtuele Machine (JVM).

3. Een hypervisor is een softwarelaag die systeemvirtualisatie mogelijk maakt. De hypervisor is gesitueerd tussen de hardware en het gevirtualiseerde OS.

4. Bij paravirtualisatie is het operating system speciaal aangepast om gevirtualiseerd te kunnen werken. Een dergelijk systeem kan dus niet stand-alone werken.

5. Voor virtualisatie bestaan veel voordelen. We noemen er een aantal:
   • Beter gebruik van beschikbare hardware.
   • Meerdere platforms tegelijk beschikbaar.
   • Testen van migratie eenvoudig mogelijk.
   • Extra security.
   • Server on demand mogelijk.
   • Voorgeconfigureerde systemen als gevirtualiseerd platform mogelijk.
   • Snelle migratie naar nieuwe hardware.