Oplossingen van de opgaven van hoofdstuk 8


  1. De IA32 staat voor de 32-bits Intel architectuur. Hiertoe behoren de 80386, 80486 en de pentium-familie.

  2. De ARM, SPARC en MIPS horen tot de RISC processoren. Het zijn generieke processoren.

  3. Voorbeelden van specifieke processoren zijn:

  4. Het verschil tussen een synchrone en een asynchrone bus zit hem in het feit dat bij een synchrone bus alle bustransfers gerelateerd zijn aan een busclock. Bij asynchrone bussen speelt deze busclock niet deze prominente rol. Synchrone bussen zijn technisch minder gecompliceerd, maar passen zich minder flexibel aan aan snelheidsverschillen tussen de op de bus aangesloten subsystemen.

  5. Enkele bus-standaards: